Wanneer:
3 oktober 2024 @ 10:00 – 12:00
2024-10-03T10:00:00+02:00
2024-10-03T12:00:00+02:00
Waar:
Amersfoort
Kosten:
Gratis
Contact:
Stichting PubliekPrivaat
033-4546669

Overweegt u mee te doen aan het overleg en wilt u ter informatie de volledige stukken voor het overleg ontvangen, stuur dan een mail aan secretariaat@stichtingpubliekprivaat.nl onder vermelding van het onderwerp van het overleg

 

Voor gemeentelijke functionarissen
Met medewerking van reïntegratiebedrijven en andere marktpartijen
Mede ten behoeve van brancheorganisaties in het sociaal domein
en op het terrein van werk, loopbaan en vitaliteit

Programma

  1. Ontvangst met koffie / thee 
  1. Opening door de dagvoorzitter

Voor gemeenten is het cruciaal dat zij adequate financiering ontvangen om het grote maatschappelijke vraagstuk aan de onderkant van de arbeidsmarkt op te kunnen pakken. Op dat vlak stapelen de knelpunten zich op. Want de middelen bedoeld om werkzoekenden te begeleiden naar en op het werk zijn in een paar jaar tijd met tweederde gekrompen. In diezelfde periode is de groep bijstandsgerechtigden met 60% gegroeid. Bovendien is de doelgroep door de economische crisis en de decentralisatie van een deel van de Wajong naar gemeenten sterk veranderd. Een steeds groter deel van de bijstandsgerechtigde heet (veel) ondersteuning nodig om aan het werk te komen en een deel van deze groep heeft intensieve (en soms zelfs blijvende) ondersteuning nodig om aan het werk te blijven (loonkostensubsidie om de werkgever te compenseren voor de verminderde productiviteit, jobcoaching, etc. Daarnaast kampen inmiddels veel gemeenten met grote tekorten op de BUIG (budget voor de uitkeringen).
Vanuit gemeenten en onder meer de reïntegratiebranche zijn vraag- en aandachtspunten aangedragen voor de agenda van deze bijeenkomst. Ze staan op de inventarisatielijst (punt 4) van deze agenda. De deelnemers kunnen bij opening van de bijeenkomst melden welke vraag- en probleempunten zij zelf aan de orde willen stellen, onder meer uit deze lijst. Maar niet alle op de lijst geplaatste aandachtspunten worden besproken, doch alleen de door de aanwezigen te kiezen aandachtspunten en vraagpunten. Dat kunnen overigens ook punten zijn die niet op de inventarisatielijst staan !

Tijdens de bijeenkomst zullen deze problemen grondig worden behandeld, gebruikmakend van praktische ervaringen.

 

  1. Tot bij aanvang van de bijeenkomst kunnen nog vraag- en probleempunten worden geagendeerd m.b.t. de volgende relevante hoofd-thema’s:
  • Armoedebeleid en schuldhulpverlening
  • Financiën werk en inkomen
  • Decentralisaties sociaal domein
  • Suwinet en handhaving, fraudewet / arbeidsverplichting
  • Participatiewet / social return in aanbestedingen
  • Experimenten met soepeler bijstand
  • Bijstand zelfstandigen, Wajong en Wsw
  • Arbeidsmarktbeleid, samenwerking met de markt en met de reïntegratiebranche
  • Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
  1. Bespreking van vraagpunten, aandachtspunten en kritiekpunten die door gemeenten, reïntegratiebedrijven en andere marktpartijen de afgelopen tijd zijn ingediend (tijdens de bijeenkomst wordt gekozen welke punten worden besproken en kunnen door de aanwezigen ook nieuwe punten worden ingebracht):
  • Een overzicht van actuele praktijkervaringen met uitstroomcijfers in onder meer Den Bosch, Eindhoven, Drechtsteden
  • Wat hebben werkgevers en managers nodig om mensen aan te nemen en in dienst te houden? Contact blijven houden na plaatsing? Inspelen op economische belangen van het bedrijf en de persoonlijke overtuigingen van de manager?
  • Praktijkervaringen met interne uitzendbureaus van gemeenten die snel doorverwijzen naar werk, al tijdens de uitkerings-aanvraagprocedure.
  • Bespreking van experimenten met soepeler bijstand in bepaalde gemeenten
  • Ervaringen met reïntegratie van doelgroepers in relatie tot de participatiewet
  • Ervaringen met het participatiecertificaat
  • Ervaringen met testen en trainingen voor het bemiddelingsrijp krijgen van de doelgroepers
  • Oriëntatie op de arbeidsmarkt van inburgeraars (ONA); samenwerking met Vluchtelingenwerk om inburgeraars het inburgeringsexamen met goed gevolg te laten afleggen
  • Ervaringen met het bemiddelen en begeleiden van inburgeraars (inzet reïntegratie-activiteiten) in samenwerking met het bedrijfsleven met als doel plaatsing in duurzame dienstverbanden
  • Samenvoeging van afdelingen / werkbedrijven: omgaan met verandering, nieuwe samenwerking en cultuur; bespreekbaar maken en realiseren van veranderingsprocessen
  • Samenwerking op de regionale arbeidsmarkt
  • Het duurzaam inzetbaar en productief houden van medewerkers: kosten baten analyse op investeringen in duurzame inzetbaarheid; verzuimpreventie, coaching en training ten aanzien van veranderingen in taakinvulling en -opvatting (21e eeuwse vaardigheden)
  • Inzicht in individuele arbeidsmarktwaarde medewerker via de Arbeidsmarkt Positie Quotiënt: status individuele inzetbaarheid en proactief loopbaangedrag.
  • De gemeente zou de werkgevers actiever moeten opzoeken. Te denken valt aan regelmatig overleg met lokale of regionale bedrijvenkringen, al dan niet samen met reïntegratiebedrijven. Daarbij moet de gemeente werkgevers uitdagen om buiten de gebaande paden te denken.
  • Het is zinvol dat medewerkers van Sociale Zaken en Economische Zaken gezamenlijk brainstormen over oplossingen. Soms komt ‘de andere kant’ met creatieve oplossingen waar je zelf niet op komt.
  • Reïntegratiebedrijven presenteren zich uitstekend, maar presteren vaak onder de maat. Ze kunnen minder cliënten aan dan beloofd, krijgen te weinig mensen aan de slag en hebben moeite om maatwerk te leveren. Keurmerken blijken in de praktijk vaak een vorm van window dressing te zijn.
  • Sommige reïntegratiebedrijven doen actief aan jobhunting: ze benaderen werkgevers met het verzoek om vacatures niet in de krant te zetten, maar bij het reïntegratiebedrijf te melden. Gemeenten zouden dit als aanbestedingscriterium kunnen hanteren.
  • Elkaar kennen is belangrijk. Gemeenten zouden moeten investeren in duurzame relaties met reïntegratiebedrijven die de specifieke lokale werkgelegenheidssituatie kennen.
  • Onze gemeente beschikt over een geautomatiseerde module voor kans- en risicosturing. Daarmee kan de consulent cliënten ‘afpellen’. Zo kan snel onderscheid worden gemaakt tussen de cliënt die werkelijk psychische problemen heeft c.q. niet weet wat hij/zij wil en de cliënt die niet wil meewerken aan reïntegratie.
  • Onze gemeente hanteert een tweesporenbeleid. Kansrijke werkzoekenden tot 35 jaar die zichzelf kunnen redden krijgen naast hun uitkering ‘bezigheidstherapie’ om hen te stimuleren snel een baan te accepteren. Daarmee komt tijd beschikbaar om kansarme werkzoekenden intensief te begeleiden bij het zoeken naar werk. Deze benadering heeft geleid tot 13 procent meer uitstroom.
  • Werkgevers stellen vaak hoge eisen aan nieuwe werknemers en hanteren vooroordelen ten aanzien van werkzoekenden met een ‘vlekje’. Veel werkgevers laten vacatures nog liever open staan dan dat ze iemand aannemen die niet helemaal aan het gewenste profiel voldoet. Vormen loonkostensubsidies een goede methode om dergelijke cliënten toch aan de slag te krijgen?
  • Loonkostensubsidies kunnen leiden door verdringing van reguliere banen door gesubsidieerde banen. Per geval moet worden bekeken of het redelijk is om het instrument van loonkostensubsidie te hanteren. De gemeente stelt bijvoorbeeld als eis dat de werkzoekende minimaal 35 jaar oud en meer dan 1 jaar werkloos moet zijn.
  • Detachering via een (intern) uitzendbureau met loonkostensubsidie biedt ook mogelijkheden.
  • De gemeente heeft een Stadsbedrijf, waar cliënten onder leiding van een gemeenteambtenaar met subsidie werkervaring kunnen opdoen.
  • De gemeente wil een werkgeversloket creëren onder leiding van een ingehuurde ex-werkgever die de taal van de werkgever spreekt.
  • Gecontracteerde reïntegratiebedrijven maken de verwachtingen niet altijd waar. Daardoor mislukken veel reïntegratietrajecten. Wat zijn de succesfactoren voor samenwerking?
  • Sociale Diensten moeten de regiefunctie op zich nemen. Dat begint met een goede kennis van het cliëntenbestand en de lokale werkgelegenheidssituatie. Casemanagers dienen het cliëntenbestand te vullen met data en regelmatig bestandsanalyses uit te voeren. Pas dan is het mogelijk om de vraag goed te definiëren.
  • Gemeenten zouden producten in plaats van trajecten moeten inkopen, bijvoorbeeld in de vorm van kleinschalige projecten met een duidelijke en valide resultaatsverplichting.
  • Een goede samenwerking staat of valt met de communicatieve en sociale vaardigheden van de reïntegratieadviseur. Gemeenten zouden eerder bij het reïntegratiebedrijf aan de bel moeten trekken als de reïntegratieadviseur niet capabel blijkt.
  • Sommige cliënten hebben al enkele activeringstrajecten en/of diverse afstemmingen (kortingen op de uitkering) achter de rug en blijven weigeren mee te werken. Uit kosten-batenoverwegingen klinkt soms de roep om maar te accepteren dat bepaalde ongemotiveerde cliënten niet meer aan de slag zullen komen.
  • Wanneer zijn projecten als ‘Werk Direct’ zinvol?
  • De uitstroom kan worden bevorderd door kansrijke cliënten een beroepskwalificerende scholing te geven. Dat vereist wel een goede samenwerking met het bedrijfsleven. Het is verstandig om klein te beginnen. In de praktijk biedt het benaderen van (lokale) ondernemersverenigingen vaak meer soelaas dan het benaderen van brancheorganisaties.
  1. Slotronde en afsluiting

Iedereen krijgt de kans tot een laatste woord, een slotconclusie en het doen van een persoonlijke aanbeveling. Ook hiervan wordt verslag opgemaakt.

Binnen 2 weken wordt een compleet verslag aan alle aanwezige deelnemers toegezonden, vergezeld van een deelnemerslijst en concreet toepasbare aanbevelingen.