mei
14
di
2024
Online intervisiebijeenkomst integrale veiligheid en openbare orde
mei 14 @ 10:00 – 12:00

Overweegt u mee te doen aan het overleg en wilt u ter informatie de volledige stukken voor het overleg ontvangen, stuur dan een mail aan secretariaat@stichtingpubliekprivaat.nl onder vermelding van het onderwerp van het overleg

 

Voor gemeentelijke functionarissen
Met medewerking van vakdeskundige adviseurs

Programma

  1. Ontvangst met koffie / thee 
  1. Opening door de dagvoorzitter

De gemeente heeft de regierol bij het ontwikkelen van veiligheidsbeleid. Ze zorgt voor afstemming tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het veiligheidsbeleid en voert de regie over de verschillende maatregelen. Daarnaast zorgt de gemeente dat de maatregelen beleidsmatig worden ingebed. Veel gemeenten hebben inmiddels een integraal veiligheidsplan of werken er aan. Het Kernbeleid Veiligheid (VNG) biedt gemeenten een stappenplan om te komen tot zo’n IVP. Daarnaast biedt het Kernbeleid Veiligheid een handige indeling van de veiligheidsonderwerpen die een plaats dienen te vinden in het IVP. De indeling bestaat uit vijf veiligheidsvelden. Deze bijeenkomst gaat uit van dezelfde indeling.
Vanuit gemeenten, bedrijven en andere organisaties zijn vraag- en aandachtspunten aangedragen voor de agenda van deze bijeenkomst. Ze staan op de inventarisatielijst (punt 4) van deze agenda. De deelnemers kunnen bij opening van de bijeenkomst melden welke vraag- en probleempunten zij zelf aan de orde willen stellen, onder meer uit deze lijst. Maar niet alle op de lijst geplaatste aandachtspunten worden besproken, doch alleen de door de aanwezigen te kiezen aandachtspunten en vraagpunten. Dat kunnen overigens ook punten zijn die niet op de inventarisatielijst staan !
Tijdens de bijeenkomst zullen deze problemen grondig worden behandeld, gebruikmakend van praktische ervaringen en gebruikmakend van de expertise van externen.

  1. Tot bij aanvang van de bijeenkomst kunnen nog vraag- en probleempunten worden geagendeerd m.b.t. de volgende relevante hoofd-thema’s:
  • Veilige woon- en leefomgeving (bijvoorbeeld overlast, veel voorkomende criminaliteit zoals inbraken en diefstal, voertuigcriminaliteit en het onveiligheidsgevoel).
  • Bedrijvigheid en veiligheid, (veilig ondernemen, veilige winkelcentra, veilig uitgaan en veilige evenementen).
  • Jeugd en veiligheid (jeugdoverlast, jeugdgroepen, alcohol en drugsgebruik, veiligheid in en om de school).
  • Fysieke veiligheid (rampenbestrijding en crisisbeheersing, brandveiligheid, gevaarlijke stoffen).
  • Integriteit en veiligheid (bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit, veilige publieke taak (VPT), polarisatie en radicalisering).
  1. Bespreking van vraagpunten en aandachtspunten die door gemeenten en bedrijven de afgelopen tijd zijn ingediend (tijdens de bijeenkomst wordt gekozen welke punten worden besproken en kunnen door de aanwezigen ook nieuwe punten worden ingebracht):
  • Betekent het Keurmerk Veilig Ondernemen-B een afname van criminaliteit op bedrijventerreinen? Welke maatregelen werken echt
  • Gemeenten vormen een belangrijke schakel bij de toepassing van het barrièremodel tegen criminele activiteiten. Welke waarde hebben instrumenten als de APV, bestemmingsplannen en de Wet Bibob.
  • Met behulp van buitengewoon opsporingsambtenaren pakt een gemeente de overlast door jeugd en jongeren aan. De jeugdboa’s worden met een speciale training voorbereid op de omgang met jongeren. Ze leven zich in, maar hebben ook handhavingsbevoegdheden, net als een reguliere boa.
  • Zuid-Limburgse gemeenten achten het noodzakelijk de buitengewoon opsporingsambtenaren incidenteel in te kunnen zetten op elkaars grondgebied. Dit zorgt voor adequatere opsporing en handhaving.
  • Maar liefst twee derde van de burenruzies wordt via buurtbemiddeling opgelost.
  • Zijn er succesvolle voorbeelden van interventies waarin de zelfredzaamheid en participatie van burgers centraal staan?
  • Een aantal gemeenten heeft camera’s voor extra toezicht. Na de inzet van cameratoezicht nam het aantal veiligheids- en leefbaarheidsincidenten af, terwijl de ‘meldingen openbare ruimte’ toenamen.
  • Het opstellen en uitvoeren van een convenant of beheerplan kan de drugs-overlast beperken. De totale ervaren overlast neemt overigens vaak af door dergelijke opvangvoorzieningen.
  • Bij het organiseren van vergunningverlening bij evenementen: van de vergunningaanvraag tot en met het plaatsvinden en evalueren van het evenement, spelen de volgende vragen: wat moet er geregeld worden? Wat kan de gemeente van partners verwachten en hoe houdt de gemeente de regie op het proces? Het (integraal) adviseren van de hulpdiensten (politie, brandweer en GHOR) aan de gemeente bij een evenement.
  • Door middel van de collectieve horecaontzegging kunnen horecagelegenheden zelf geweldplegers uit hun zaak weren.
  • Ervaringen met kanjertraining tegen geweld op school.
  • De 36 zogenoemde centrumgemeenten voeren al jarenlang een huiselijk geweldbeleid. Daar is veel kennis en ervaring voorhanden, waar niet-centrumgemeenten van kunnen profiteren.
  • Goede burgerinitiatieven op het gebied van huiselijk geweld. Enkele wijken in grote steden ondersteunen bijvoorbeeld al jaren de inzet van vertrouwenspersonen in de wijk.
  • Verschillende gemeenten faciliteren mentale en fysieke weerbaarheidstrainingen voor leerlingen op scholen. Weerbare kinderen zullen eerder aan de bel trekken als ze slachtoffer dreigen te worden van huiselijk geweld, seksueel geweld of pesten.
  • Hoe om te gaan met overlastgevende, hinderlijke en criminele jeugdgroepen.
  • Veiligheidsbeleving in specifieke situaties kan verbeterd worden door verschillende strategieën toe te passen, zoals verminderen van onveiligheid, versterken van veiligheid, publiek leiderschap. Bij elke strategie zijn er tactieken waarmee de veiligheidsbeleving kan worden beïnvloed. Per situatie wordt bepaald welke tactiek(en) het beste is.
  • Hoe kun je het veiligheidsgevoel verbeteren? Treed snel en zichtbaar op tegen signaalcriminaliteit en signaaloverlast. Richt je op een klein gebied. Betrek bewoners actief bij de aanpak. Investeer in de mensen, de huizen en de buitenruimte. Communiceer op maat.
  • Informatie Actie Analyse (IAA) model, brengt op systematische wijze de overlastbeleving van burgers en overheid in beeld. Ervaringen?
  • Luisteren naar bewoners en ook (uitvoerende) professionals geeft een gedifferentieerd beeld van de (overlast) situatie. Veelal is het gemeentelijke normenkader leidend – waardoor bewoners mogelijk niet serieus worden genomen. Bijvoorbeeld: “Er zijn vijf veegmomenten in die wijk, dus er is helemaal geen overlast”.
  • Het betrekken van bewoners bij een (integrale) aanpak zorgt voor een breed draagvlak en stimuleert burgerkracht. Door op systematische wijze een gezamenlijk proces (bewoners en professionals te doorlopen ontstaat al in de beginfase draagvlak voor een oplossing/aanpak.
  • Het thema overlastbeleving hangt nauw samen met het thema onveiligheidsgevoelens.
  • Gemeenten, horecaondernemers en politie kunnen samen de veiligheid in een uitgaansgebied verbeteren.
  • We zoeken effectieve en veelbelovende aanpakken die de veiligheid in het uitgaansleven helpen bevorderen.
  • Een gemeente biedt graffitispuiters legale plekken om hun werk te vertonen. Tegelijkertijd krijgen pandeigenaren een schoonmaakabonnement aangeboden. De graffitispuiters houden hun eigen werk schoon. De aanpak is succesvol omdat met beperkte middelen successen worden behaald. De aanpak kan eenvoudig worden overgenomen en is niet duurder dan het continu verwijderen van graffiti.
  • In een regio wordt de schade consequent op daders verhaald. Hiermee worden twee signalen afgegeven: We laten de gemeenschap niet voor de kosten opdraaien. Zie zelf wat deze zinloze actie kost, wees je daarvan bewust. Het verhalen van schade kost meestal meer dan het oplevert. Het zal geen bron van inkomsten worden. De winst zit hem in het preventieve (waarschuwende) karakter.
  • Ernstig Overlastgevende Gezinnen (EOG): De aanpak in een gemeente richt zich op overlastgevende gezinnen met politie- en justitiecontacten. Is dit een veelbelovende systeemgerichte, integrale aanpak?
  • Bij het invoeren van het KVO-W neemt de criminaliteit gemiddeld met 15 procent af. De onveiligheidsgevoelens bij ondernemers nemen vaak tot 40 procent af. Dit blijkt uit de ervaring die is opgedaan in ongeveer 400 winkelgebieden die al met het KVO-W werken. Een belangrijke succesfactor is een toename van het wederzijds begrip tussen partijen. De partners bepalen samen wat mogelijk en wat onmogelijk is. Daardoor wordt geïnvesteerd in die maatregelen die echt werken.
  • Het Politiekeurmerk Veilig Wonen is een bewezen effectief instrument tegen woninginbraak. Toepassing van het PKVW leidt tot een afname van het aantal inbraken tussen 50 en 90 procent. Er is een onderscheid tussen PKVW Nieuwbouw en Bestaande bouw. De eisen voor de nieuwbouw betreffen bijvoorbeeld ook de directe woonomgeving.
  • Inzet van Burgernet helpt de heterdaadkracht van de politie te vergroten. Een Hotspotaanpak, zoals in een regio, leidt tot succes.
  • Een buurtschouw met politie en bewoners. Het doel hiervan is het opsporen van risicovolle plekken en elementen waarna maatregelen kunnen worden getroffen. Welke zijn succesvol gebleken
  • Het verspreiden van ‘besmettingsbrieven’ met preventietips in buurten waar woninginbraken plaatsvinden. De ontvankelijkheid voor informatie en bereidheid tot actie is groter als het risico dichterbij komt.
  • Regionale samenwerking. Gemeenten kunnen elkaar ondersteunen.

 

  1. Slotronde en afsluiting

Iedereen krijgt de kans tot een laatste woord, een slotconclusie en het doen van een persoonlijke aanbeveling. Ook hiervan wordt verslag opgemaakt.

Binnen 2 weken wordt een compleet verslag aan alle aanwezige deelnemers toegezonden, vergezeld van een deelnemerslijst en concreet toepasbare aanbevelingen.

 

 

 

okt
8
di
2024
Online intervisiebijeenkomst beheer en beleid in de openbare ruimte en het openbaar groen
okt 8 @ 10:00 – 12:00

Overweegt u mee te doen aan het overleg en wilt u ter informatie de volledige stukken voor het overleg ontvangen, stuur dan een mail aan secretariaat@stichtingpubliekprivaat.nl onder vermelding van het onderwerp van het overleg

 

Voor gemeentelijke functionarissen

Programma

  1. Ontvangst met koffie / thee
  1. Opening door de dagvoorzitter

De bijeenkomst is uitsluitend gebaseerd op specifieke aansprekende praktijkvoorbeelden van de initiatiefnemers en deelnemers. De deelnemers kunnen bij opening van de bijeenkomst melden welke vraag- en probleempunten zij zelf aan de orde willen stellen. Tijdens de bijeenkomst zullen deze problemen grondig worden behandeld, samen met een aantal van de al genoemde onderwerpen onder agendapunt 3, middels praktische intervisie met elkaar en met aanwezige vakdeskundigen.

Doelstellingen:

-Samenwerking tussen gemeenten, burgers en bedrijven in openbare ruimte;
-Kostenreductie, risicoreductie en kwaliteitsverbetering in de openbare ruimte.

  1. Door gemeenten, bedrijven en brancheverenigingen zijn vooraf de volgende concrete vraag- en aandachtspunten ingediend:
  • Bewoners met initiatieven om hun wijk of buurt mooier, leefbaarder en beter te maken, lopen tegen allerlei wet- en regelgeving aan.
  • Durft u de gehele herinrichting van uw bestaande wijk uit te besteden over een periode van 10 jaar (betaalbaar groenonderhoud en doordachte groenrenovatie)?
  • Social return: inzet medewerkers sociale werkplaatsen en lokale betrokkenheid en verbondenheid
  • Onderhoud is over veel disciplines verspreid en daarom is het niet altijd even makkelijk die kennis allemaal in huis te hebben. Daarvoor moeten verschillende expertises gekoppeld worden en kunnen verschillende oplossingen goed met elkaar vergeleken worden. Kennis moet bij elkaar gebracht worden en toegankelijk en vergelijkbaar gemaakt worden voor de directe gebruiker of opdrachtgever
  • Architecten zijn belangrijke beslissers als het gaat om bestekken. In die bestekken wordt niet altijd goed rekening gehouden met uitvoeringsaspecten van gemaakte keuzes. Bedrijven zouden in een tijdig stadium kennis moeten kunnen nemen van bestekken en ze zomogelijk moeten kunnen beoordelen
  • Laat bestekken vooraf onafhankelijk beoordelen op kwaliteit en op milieutechnisch gebied. Vraag technische ondersteuning bij het maken van voorschriften. Deskundigen kunnen beoordelen wat maakbaar en haalbaar is en wat niet
  • Er zijn knelpunten tussen prijsniveaus openbare markt in relatie tot drempelbedragen in onderhandse aanbestedingen. Ook de relatie prijs-kwaliteit staat regelmatig onder druk
  • Invulling EMVI-criteria door opdrachtgever – EMVI-criteria geven vaak geen meerwaarde maar zijn juist zo algemeen dat de prijs toch vaak de doorslag blijkt te geven. Is dit een bewuste keuze of is de kennis van de opdrachtgever niet toereikend? Hoe controleert de opdrachtgever de EMVI-toepassing?
  • Inzet medewerkers vanuit de Participatiewet is moeilijk. Het succesvol inregelen van participatie waarbij mogelijk ook mensen vanuit kaartenbakken  (mn oude WWB) moeten worden ingezet, is een hele uitdaging.
  • Beeldversobering: hoe wordt dit door gemeenten naar de bewoners gecommuniceerd? De aannemer wordt hier namelijk telkens op aangesproken en dat is onwenselijk
  • De langere termijn visie van gemeenten op de participatiewet is nog niet duidelijk. Het is niet duidelijk welke rol we krijgen vanuit de gemeenten
  • We moeten kwaliteit leveren voor een te lage prijs die in de markt ontstaat, waarbij tot overmaat van ramp ook te vaak het plan van aanpak door de gemeente niet wordt gecontroleerd
  • Gemeenten bezuinigen op onderhoud waardoor omgeving verloedert en waarde huizen daalt en de criminaliteit toeneemt
  • Vanuit oogpunt van burgerparticipatie mogen burgers beslissen hoe ze hun omgeving willen inrichten. Soms botsen de keuzes van burgers met wet en regelgeving. Het is niet duidelijk hoever bewoners mogen gaan met hun keuzes. We zoeken daar momenteel een evenwicht in.
  • We merken de invloed van de grote hoeveelheid graafwerkzaamheden in de openbare ruimte, in opdracht van netwerkbeheerders, op de kwaliteit en duurzaamheid van de openbare ruimte.
  • Zelfbeheer en participatie kosten erg veel tijd van de organisatie. Er zijn veel obstakels in de buitenruimte. Duurzaamheid moet op de agenda maar we onderzoeken in welke vorm.
  • We zitten met een veelheid aan met elkaar samenhangende problemen en aandachtspunten, die te maken hebben met capaciteit, beheer, nieuwe wetgeving onkruidbestrijding en verbod chemische middelen, en verlaging van budgetten.
  • We ervaren knelpunten bij samenwerking provincie / gemeenten, een tendens tot afname van afvalscheiding, toenemende overlast van bomen (schaduw, te groot, meer luizen). Dit terwijl groen juist belangrijk is.
  • We hebben in onze gemeente ca. 100 km recreatieve fietspaden die bestaan uit diverse soorten half verharding. We moeten nieuw beleid maken nu we geen bestrijdingsmiddelen meer mogen gebruiken.
  • Wij hebben moeite met het vinden van deelnemers voor de social return paragraaf in onze bestekken.
  • We willen duurzaamheid hoger op de agenda krijgen maar weten niet hoe
  • We willen waar mogelijk de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet volgen
  • Bewoners willen en doen steeds meer aan onderhoud en beheer openbare ruimte. We worstelen met de vraag wat de gemeente mag en kan loslaten en aan de bewoners overlaten. En we moeten vervolgens overdracht van taken, verantwoordelijkheden en budget gaan vormgeven
  • We ervaren problemen bij het enthousiast krijgen van bewoners om iets te kunnen betekenen in openbare ruimte (samen met de gemeente).
  • We werken aan inzet van medewerkers in sociale werkplaatsen en lokale betrokkenheid en verbondenheid. Trefwoorden: participatie: verplichtingen, re-integratie, langdurige werkloosheid
  • We hebben nog te vaak een mismatch tussen enerzijds de beleidskaders van de gemeenteraad en anderzijds de belangen van burgers in de wijken. We willen het verwachtingspatroon van de burger beter sturen. Op papier ziet het er vaak mooi uit maar in de praktijk zijn de burgers het er vaak niet mee eens.
  • We moeten EMVI-criteria opstellen voor aanbestedingen in de openbare ruimte maar we hebben er veel moeite mee. Bovendien moeten we ook duurzaamheid meenemen in deze EMVI-criteria en dat lijkt het allemaal juist nog moeilijker te maken
  • Er lijkt een spanningsveld te bestaan tussen duurzaam inkopen versus budgetverlaging. Voorbeeld: afval scheiden betekent hogere schoonmaakkosten. Voorbeeld 2: duurzame producten inkopen betekent hogere aanschaf- en verwerkingskosten. De kunst is om duurzaamheid hand in hand te laten gaan met kostenbesparingen.
  • Het is moeilijk om werkbare duurzaamheidscriteria op te nemen in bestekken en vervolgens op transparante criteria te gunnen.
  • Er is een intensieve zoektocht gaande naar de aanvaardbare grenzen van samenwerking tussen overheid en burgers in de openbare ruimte. Moeten we meer loslaten? Hoeveel? Wat kunnen we aan burgers overlaten? En er is regelgeving die als een sta in de weg wordt ervaren.
  • We willen beleid tot stand brengen waarin budget dat eerst voor de aannemer was bestemd, wordt gealloceerd in de wijk waarbij participatie en wijkbeheer in de wijk zelf komen te liggen en de aannemer vanuit de wijk ter verantwoording kan worden geroepen als het niveau niet wordt gehaald.
  • Hoe kunnen we het aanbesteden van onderhoud en beheer van de openbare ruimte vereenvoudigen. Doel: minder bureaucratie; beter proces, betere output, goede afstemming regie uitvoering, minder “faalkosten”. Waar is vereenvoudiging in EMVI mogelijk?
  • Onduidelijkheid bij Duurzaamheid en samenwerking in plan van aanpak bij Emvi aanbestedingen. Niet helder bij beoordeling. Het wordt slechts ondoorzichtiger
  • Uitvragen EMVI richten zich niet op duurzaamheid, anders dan het vragen van wat certificaten.
  • We moeten EMVI-criteria opstellen voor aanbestedingen in de openbare ruimte maar we hebben er veel moeite mee. Bovendien moeten we ook duurzaamheid meenemen in deze EMVI-criteria en dat lijkt het allemaal juist nog moeilijker te maken
  • In het kader van bezuiniging lopen we net als vele gemeenten aan tegen: a) versobering van de openbare ruimte b) lager onderhoudsbeheer. Hoe communiceren we dit met de bewoners?
  • Nieuwsgierig naar ervaringen van gemeenten en opdrachtnemers bij de uitvoering van integraal onderhoud (het reguliere “hoogfrequentie” onderhoud van groen, grijs en straatmeubilair). Lukt het om dit door integratie van werkzaamheden efficiënter te maken?
  • Duurzaamheid openbare ruimte. Financieel zijn budgetten leidend in onderhoud. Zijn er dus financieel aantrekkelijke mogelijkheden in de Openbare ruimten (goedkope investeringen)?
  • Hoe beoordeel je de mate van social return van opdrachtnemers op een objectieve manier?
  • Hoe pakken we na het verbod van roundup in 2015 de onkruidbestrijding aan
  • Het moet steeds goedkoper en slimmer in de aanleg van de openbare ruimte. Hoe borg je dat het uiteindelijk ook te beheren valt.
  1. Slotronde en afsluiting
  • Iedereen krijgt de kans tot een laatste woord, een slotconclusie en het doen van een persoonlijke aanbeveling. Ook hiervan wordt verslag opgemaakt.